The English pages can be found in the second row of the menu
De eerste rij knoppen in het menu is voor de Nederlandse pagina's
Hoe ver kunnen we het heelal inkijken? Via parallax-metingen vanaf de aarde (zie de animatie met uitleg hieronder) van een aantal sterren komen we tot een afstand van ongeveer 300 lichtjaar. Met ruimtesondes zoals Gaia (gelanceerd in 2013, zie link 3) komen we al tot 30.000 lichtjaar. Er zijn meer methodes om afstanden in het heelal te meten. Het heelal lijkt ontzettend groot te zijn - hoe verklaar je dat vanuit een schepp9ng die niet miljoenen maar duizenden jaren gelden plaatsvond?
Roodverschuiving en hoe die te verklaren
Het licht dat sterren uitzenden, kan worden geanalyseerd. Veel sterren vertonen wat we noemen roodverschuiving: de frequentie van het licht is minder dan wat het zou moeten zijn (de golflengte is langer: het verschuift richting rood in het spectrum). Sommige sterren vertonen blauwverschuiving (een hogere frequentie of kortere golflengte). Roodverschuiving kan op verschillende manieren worden verklaard:
Denken vanuit de Schepping
Als God het heelal geschapen heeft, is het de vraag of alle natuurwetten al golden tijdens dat scheppingsproces - God moet immers ook die natuurwetten hebben geschapen. Maar Hij kan tijdens het scheppingsproces heel goed de door Hem geschapen natuurwetten hebben gebruikt. Als God de Schepper betrouwbaar is, kunnen we ook vertrouwen op de natuurwetten. We kunnen niet alles weten, maar we kunnen wel de uitdaging aangaan om modellen te ontwikkelen die zowel passen bij een schepping van enkele duizenden jaren geleden als bij de natuurwetten die we al hebben ontdekt (zie link 4)..
Wellicht zijn de afstanden in het universum inderdaad zo groot als met het Doppler-effect wordt gemeten, Daar zijn genoeg redenen voor - zie o.a. link 1, 2 en 3. Er zijn verschillende oplossingen bedacht om dit 'lichtjaren-probleem' (van de enorme afstanden) vanuit een Bijbels gezichtspunt te verklaren. Zie o.a. link 19 - en bedenk daarbij dat Jason Lisle zijn eigen oplossing heeft.
Wat is een lichtjaar eigenlijk? Een lichtjaar is gedefinieerd door de afstand die het licht in een jaar aflegt. Het is dus een afstand - geen tijdseenheid, een beetje zoals we spreken over 'een uur rijden' - dat gaat uit van de afstand en onze veronderstelde snelheid onderweg.
De afstanden in ons eigen melkwegstelsel zijn al enorm (het heeft een diameter van ongeveer 80.000 lichtjaar) en er zijn afstanden gemeten van meer dan 13 miljard lichtjaar. Maar betekent dit dat het heelal dan ook minstens 13 miljard jaar oud mmoet zijn? Er zijn nogal wat redenen om dat te betwijfelen. Bijbels gezien zou het heelal zo'n 6000 jaar oud moeten zijn - in elk geval niet miljoenen of miljarden jaren oud.
Drie modellen
Als het gaat om wetenschappelijke verklaringen voor een 'jong' heelal terwijl er zulke enorme afstanden worden gemeten, zijn er verschillende mogelijkheden. Ons denken staat niet stil - we weten nog veel niet en dat hoort bij de wetenschap. De drie modellen die ik hieronder noem, zijn nogal verschillend van aard. Welke juist is, weet niemand. Bij elk van die modellen zijn vraagtekens te plaatsen.
Met de schepping breidde God de ruimte zo snel uit, dat klokken op Aarde (vlak bij het middelpunt) heel langzaam liepen vergeleken met die in de melkweg-stelsels in het uitdijende heelal. Humphreys heeft zijn oorspronkelijke model verlaten en werkt aan een nieuwer, aangepast model. Hierbij gaat hij uit van een snelle expansie van het heelal (volgens Genesis 1:7, Jesaja 42:5, Jeremia 10:12 en Zacharia 12:1) waarbij de wateren boven de aarde aan de randen van het heelal als ijs terecht komen - op zeer grote afstand dus - grafisch weergegeven in de illustratie hiernaast. Zijn berekeningen zijn complex, zie link 9.
Als je in bijvoorbeeld een trein zit, lijken de bomen dichtbij veel sneller te bewegen dan de bergen ver weg - en de Maan lijkt wel stil te staan (animatie).
Datzelfde is bij de sterren het geval. Omdat de Aarde in een jaar om de Zon draait, lijken de dichtst-bijzijnde sterren door het jaar heen een beetje heen en weer te bewegen. Iin de tekening zijn dat de sterren A (klein beetje), B (iets meer) en D (het meest: die is het dichtsbij). Je hebt wel een goede telescoop nodig om dit te meten: pas in 1838 lukte het Bessel voor het eerst om dit te meten.
Links:
Links zie je foto's van plasma-structuren zoals die spontaan gevormd kunnen worden. Ze lijken qua vorm nogal op sterrenstelsels, al is er een enorm verschil in grootte natuurlijk.
Boven een illustratie van wat Humphreys zelf een voorbeeld noemt. Op dag 4 moet God het uitspansel hebben uitgespannen en daarbij vormen de wateren boven het uitspansel een ijsgewelf aan de rand van het heelal (dat volgens hem dus eindig is).
Copyright @ All Rights Reserved